Eén op de negen kinderen of jongeren in Nederland groeit op in armoede. Dat zijn gemiddeld twee leerlingen per klas. Deze leerlingen groeien thuis en vaak ook in de buurt op in een omgeving die minder gunstig en stimulerend is, waardoor zij zich minder goed kunnen ontwikkelen. Het thema leeft op scholen, omdat leraren zien dat leerlingen in armoede ernstig belemmerd worden in hun ontwikkeling en weinig ruimte in hun hoofd hebben om tot leren te komen.
Deze handreiking is geen blauwdruk, maar is bedoeld om scholen in het basis- en voortgezet onderwijs een denk- en werkkader te bieden voor het vormgeven van een passende en haalbare rol in het omgaan met armoede onder hun leerlingen. In dit eerste deel komen het thema armoede in de school, de rollen van de verschillende professionals en het agenderen van armoede op school aan bod. In deel twee beschrijven we vervolgens op ervaringen van scholen gebaseerde werkwijzen voor het omgaan met armoede op school. In de bijlagen bieden we voorbeeldmateriaal bij deze werkwijzen.